En dan zegt de dokter ineens: “we kunnen u niet meer genezen.” De klap is groot, verdoofd ben je. Hoe nu verder? Hoe bereid je je voor op het einde?
Als je dit hoort van je dokter sta je vaak voor de laatste fase, die eindigt in de dood. Onze cultuur biedt weinig voorbereiding op de dood. Dit in tegenstelling tot andere culturen.
Het sterven is een proces waarin men leert te onderscheiden. Zowel voor degene die sterft als voor familie, vrienden en zelfs voor professionele helpers. Het dwingt ons te kijken naar de essentie, naar wat schuilgaat onder de afleidingen van het dagelijkse leven. Zeker in deze moderne tijd, waarin de medische wetenschap heel ver is. Alleen in de nabijheid van het sterven komen we erachter dat we geen contact meer hebben met onze oorspronkelijke aard.
De dood is een opening naar de ziel, een manier om ons leven en ons denken te verdiepen. We laten onze ziel en onze geest niet toe en zonder hen zijn we niet compleet.
Helaas sterven er nog heel veel mensen volkomen onvoorbereid. Ze worden door het naderende levenseinde overvallen. Dat bevordert niet bepaald het vermogen om er met vertrouwen mee om te kunnen gaan. Integendeel, juist de angst wordt erdoor aangewakkerd en daarmee het verzet, de strijd en het lijden.
Maar het is ook heel goed mogelijk om in vrede te sterven, als men voorbij de angst en het verzet kan komen. Als aan goede medische verzorging, echte aandacht, persoonlijke ruimte en zorg worden toegevoegd, kan het laatste deel van het leven een van de belangrijkste en meest verbindende ervaringen worden.
Op het moment dat we te weten komen dat we ziek zijn of dat we gaan sterven, of dat er iemand in onze omgeving ziek is of sterft, verandert er plotseling van alles.
Om weer in contact te komen met onze ziel kunnen bijvoorbeeld verhalen vertelt worden. Door het vertellen en aanhoren van verhalen zijn we minder geneigd om in de verdediging te gaan en kunnen obstakels makkelijker worden genomen. Ze kunnen ons bewust maken en ons leven veranderen. Verhalen wekken herinneringen en emoties op die soms al jaren diep in ons liggen te wachten om verteld te worden. Ze gaan over goede en slechte perioden van het leven, waarin nu eens pijn, dan weer vrolijkheid en plezier overheersten.
Door een luisteraar te worden of vertrouwenspersoon kan ik anderen helpen hun angst en kwetsbaarheid te tonen. De stervende en de familieleden hebben iemand nodig die zonder te oordelen luistert naar wat er wordt verteld en die al het vertelde accepteert. Door te luisteren ben ik een getuige, waarmee ik uitdrukking wil geven aan onze onderlinge verbondenheid.
Om in wijsheid te kunnen sterven moeten we de rollen en maskers van het dagelijkse leven afleggen voor het te laat is, omdat die het geven en ontvangen van zorg en liefde vaak in de weg staan.